EnergieABC

Energie ABC Energiecoöperatie Westerveld             laatst bijgewerkt: 9-9-2020

ACM =Autoriteit Consument en Markt
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is een onafhankelijke toezichthouder die zich sterk maakt voor consumenten en bedrijven. ACM houdt toezicht op de mededinging, een aantal specifieke sectoren en het consumentenrecht. Met als doel een gelijk speelveld met bedrijven die zich aan de regels houden, en goedgeïnformeerde consumenten die voor hun recht opkomen. De ACM stelt de codes energie vast.

AFM =  Autoriteit Financiële  Markten
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op de financiële markten: op sparen, beleggen, verzekeren, lenen, pensioenen, kapitaalmarkten, asset management en accountantsorganisaties en verslaggeving. Energie coöperaties moeten ook voor een postcoderoos project toestemming van de AFM krijgen.

BENG = Bijna Energie Neutraal Gebouw.
Vervangt de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). BENG-eisen zijn wettelijk verplicht per 1-1-2021 voor alle nieuwbouw die per die datum wordt ontwikkeld en gebouwd. 

Biogas = Biogas is gas van biologische oorsprong.
Het is een gasmengsel dat ontstaat als gevolg van biologische enzymatische processen. De hoofdbestanddelen zijn methaan en koolstofdioxide. Het gas ontstaat als gevolg van vergisting (een anaeroob proces) van organisch materiaal zoals mest, rioolslib, actief slib of gestort huisvuil
(https://www.energieleveranciers.nl/energie/begrippen/biogas)

Biomassa = Biomassa is een verzamelbegrip voor materiaal dat van biologische oorsprong is (een ander woord voor biologisch is ‘organisch’).
(Snoei)houtafval afkomstig uit de industrie valt onder biomassa, maar ook rioolslib uit waterzuiveringsinstallaties, gft uit huishoudens, oliën en vetten uit de voedingsmiddelenindustrie, mest uit veebedrijven en speciaal voor bio-energie geteelde gewassen, zoals koolzaad en suikerriet
(https://www.milieucentraal.nl/klimaat-en-aarde/energiebronnen/biomassa/)

Bodemenergie WKO = De bodem kan op duurzame wijze bijdragen aan onze energievoorziening.
De meest effectieve vorm van bodemenergie is Warmte-Koude-Opslag (WKO). Koeling van gebouwen met een klimaatbeheersingssysteem in de zomer levert warmte die niet wordt afgegeven aan de buitenlucht, maar opgeslagen in een watervoerende laag; grond isoleert en de bodem werkt als een thermosfles. Het opgewarmde water kan in de winter gebruikt voor verwarming van gebouwen. Het water koelt af als het zijn warmte afgeeft. De koude die daardoor in de winter vrijkomt, wordt apart opgeslagen en kan in de zomer weer effectief benut
(https://www.deltares.nl/nl/projecten/bodemenergie-wko-voorbij-de-nederlandse-grenzen/).

COBEN = Europees project met als doel om duurzame energieprojecten zo te ontwikkelen dat de opbrengsten zoveel mogelijk ten goede van de omwonenden komen (https://www.lokaalopgewektemmen.nl/coben/)
Project loopt tot september 2022 (https://www.civic-energy.eu/).

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie = gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten.
Het Deltaplan versnelt en intensiveert de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen. Het Deltaplan is opgebouwd volgens 7 ambities (ruimtelijkeadaptatie.nl)

Digestaat =  Het vaak natte restproduct dat overblijft na vergisting van biomassa heet digestaat.
Dit digestaat kan op verschillende manieren worden bewerkt en toegepast. Digestaatbewerking na co-vergisting van dierlijke mest is een vorm van mestverwerking. Zolang het digestaat voldoet aan de voorwaarden van de Meststoffenwet kan men het inzetten als dierlijke meststof. Anders geldt het verder als afvalstof. Het digestaat wordt volledig gezien als dierlijke mest, als bij de vergisting een of meer van de producten van bijlage Aa, onderdeel IV van de Meststoffenwet zijn gebruikt (https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/duurzame-energie-opwekken/bio-energie/technieken-en-toepassingen/vergisting-en-vergassing/technieken-vergisting).

Eenheden = Als eenheden voor de hoeveelheid geleverde of verbruikte energie kennen we kilowattuur (kWh; wordt meestal gebruikt voor elektrische energie), joules (J; de standaardeenheid voor allerlei soorten energie) en calorieën (meestal voor energie-inhoud van voeding of de energie die we bij het sporten verbruiken).

Als eenheid van vermogen (dus energie per seconde) kennen we de watt (W), en, heel ouderwets: de paardenkracht (pk).

We korten een duizendvoud af tot kilo (voorvoegsel k, zoals in kWh). Een miljoen krijgt voorvoegsel mega (afgekort M), een miljard giga (G), een biljoen tera (T) en een biljard peta (P). (https://www.klimaatakkoord.nl/elektriciteit/vraag-en-antwoord/eenheden-van-energie-en-vermogen).

Elektrolyse = Door middel van elektrolyse kan elektriciteit ingezet worden voor de produktie van waterstof (H2). Watermoleculen (H2O) worden gesplitst tot zuurstof (O2) en H2 o.i.v. elektriciteit. Na reactie blijft 70% H2 over, de O2 laat men vervliegen. H2 komt niet voor als molecuul in atmosfeer of bodem, kan alleen via een reactie worden gemaakt. Daarom is H2 geen energiebron maar energiedrager.

EIA = Investeert u als bedrijf in energiezuinige technieken en duurzame energie en wilt u daarbij fiscaal voordeel halen. Maak dan gebruik van de Energie-investeringsaftrek EIA. Gem. 11% voordeel. 45% van de investeringskosten kunnen worden afgetrokken van de fiscale winst. EIA geldt voor investeringen die op de Energielijst zijn omschreven (https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/energie-investeringsaftrek-eia).

Energiearmoede = Er zijn op dit moment 650.000 huishoudens die leven met ‘energiearmoede’. Dat is het geval als een gezin minstens 10% van het besteedbaar inkomen uitgeeft aan de energierekening.  Dat is vooral bij huishoudens met een relatief laag inkomen vaak het geval. Volgens de onderzoekers neemt het aantal energiearme huishoudens toe tot 1,5 miljoen in 2030 (https://www.woonbond.nl/nieuws/steeds-meer-huishoudens-energiearmoede).

Energiecoöperatie = Om de productie van duurzame energie in Nederland aan te jagen kun je, naast echt groene stroom afnemen, je ook aansluiten bij een lokaal duurzaam energie-initiatief. Er zijn namelijk steeds meer groepen burgers die zelf met elkaar duurzame energie opwekken. Zij hebben de wens om zelf te bepalen waar hun energie vandaan komt en daarbij onafhankelijk te zijn van een (commerciële) leverancier. Daarom slaan ze de handen ineen met buurtgenoten en starten ze een ‘energiecoöperatie’
(https://www.hier.nu/themas/stroom-en-gas/wat-is-een-energiecooperatie).

Energiedrager = Bij een energiedrager moeten we er eerst energie in stoppen voordat we die er weer uit kunnen halen. Bij een batterij bijvoorbeeld stoppen we zelf de energie erin die we er later weer uit kunnen halen (https://juniorkennisbank.nl/eb-2-energiebron-en-drager/). Een voorbeeld van een energiedrager is waterstof. Om aan deze brandstof te komen, moet deze eerst worden gemaakt. Dat kan door water om te zetten in waterstof met behulp van elektriciteit (elektrolyse). Daarmee is waterstof dus geen energiebron, maar een energiedrager. Alleen wanneer deze elektriciteit door middel van duurzame energie wordt opgewekt is de toepassing van waterstof als alternatief voor benzine en diesel duurzaam te noemen (https://www.hier.nu/themas/klimaatwoordenboek/waterstof-geen-energiebron-maar-energiedrager).

Energiegewassen = zijn gewassen die speciaal geproduceerd worden om energie uit biomassa op te wekken zoals: Olifantsgras, mais, suikerbiet,etc.

Energielabel = Begin 2015 hebben alle huiseigenaren van de Rijksoverheid een voorlopig energielabel ontvangen. Dit label is gebaseerd op onder meer bouwjaar. Bij verkoop of nieuwe verhuur moet het voorlopige label definitief gemaakt worden. Het energielabel voor woningen geeft met de klassen A (groen, zeer zuinig) tot en met G (rood, zeer onzuinig) aan hoe energiezuinig een huis is in vergelijking met soortgelijke huizen (https://www.energielabel.nl/woningen/)

Energiemix = Maakt via een ‘praatplaat’ inzichtelijk wat het huidige energieverbruik is in bijv. een gemeente, wat het te verwachten energieverbruik is in de toekomst en welke energiebronnen hier mogelijke invulling aan kunnen geven (servicepuntduurzameenergie.nl)

Energiehub = Opwek biogas, waterstof, wind en zonne-energie (of andere vormen van duurzame energie) komen samen op een centrale plek.

EPC = Energie Prestatie Coëfficiënt, maat voor energiezuinigheid

Expertisecentrum Warmte = Het Expertise Centrum Warmte (ECW) is er voor gemeenten. Het is een deskundig kenniscentrum, dat gemeenten technisch, economisch en wat betreft duurzaamheid ondersteunt bij de warmtetransitie van de Nederlandse woningen en gebouwen (https://www.expertisecentrumwarmte.nl/home/default.aspx)

Flexifuel = Fossiele brandstof gemengd met biobrandstof (https://nl.wikipedia.org/wiki/Biobrandstof)

Fotosynthese = Groene planten halen energie uit licht dankzij fotosynthese. Tijdens dit proces wordt CO2 uit de lucht omgezet in zuurstof en koolwaterstofverbindingen (suikers) (https://wibnet.nl/natuur/planten/wat-is-fotosynthese).

Gasklever = mensen die het gebruik van gas in de woning niet willen opgeven (https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/opinie/commentaren/dealen-met-gasklevers.12514683.lynkx).

Gebiedsfonds = Voorbeeld: bij windenergie kan gesteld worden dat per opgewekte MWh een bepaald bedrag voor het gebied moet zijn.  In de wetgeving is er nog geen juridische grond om deze opbrengstverdeling af te dwingen.

Geothermisch doublet = In aardwarmteprojecten is een combinatie van twee naast elkaar liggende diepboringen waarmee in de ondergrond voorhanden warm water circuleert tussen natuurlijke waterhoudende grondlagen. Het warme water wordt opgepompt en het afgekoelde water wordt via het tweede boorgat in dezelfde watervoerende laag teruggevoerd op enkele km afstand van de inlaat.

Gemiddeld gebruik gas =(jan 2020):Gas is meestal nodig om uw huis te verwarmen. Verder wordt warm water ook vaak met gas verwarmd en heeft u gas nodig als u een gasfornuis heeft. Uw gasverbruik blijkt vooral afhankelijk te zijn van het type woning waarin u woont. Het aantal personen doet er minder toe. Dit is juist van invloed op het verbruik van elektriciteit en water.

WoningtypeGemiddeld verbruik per jaar in m3Kosten per maand in €
Flat99087
Tussenwoning1.290108
Hoekwoning1.510123
2 onder 1 kap1.710136
Vrijstaand2.200169

https://www.nibud.nl/consumenten/energie-en-water

Gemiddeld gebruik elektriciteit = (jan 2020): Het elektriciteitsverbruik is vooral afhankelijk van het aantal personen in uw huis. Het gemiddelde verbruik voor alle huishoudens is bijna 2.800 kWh per jaar. Het gemiddelde verbruik en de maandelijkse bedragen per huishouden vindt u in onderstaande tabel. De kosten hangen natuurlijk nauw samen met de elektrische apparaten die u gebruikt en hoe zuinig ze zijn.

Aantal personen in huishoudenGemiddeld gebruik per jaarKosten per maand in € 
11.825 kWh15
22.860 kWh34
33.400 kWh45
43.930 kWh55
54.180 kWh59

https://www.nibud.nl/consumenten/energie-en-water/

Groen gas = Groen gas wordt gemaakt van biogas
Van biogas kunnen producenten groen gas maken door de verontreinigingen en overtollig CO2 eruit te filteren. Groen gas heeft daarmee dezelfde calorische waarde en kwaliteit als aardgas. Met het verschil dat groen gas een duurzame brandstof is (https://www.energiekaart.net/verschil-tussen-biogas-en-groen-gas/).

Van al het afval kan je groen gas maken, van organische stoffen (mest, gft , tuin- en snoeiafval) maar ook van restafval  en verpakkingen. Voor de produktie van groen gas gebruik je lokaal afval en dat zet je om in gas en bodemverbeteraars (Hendrik Koetsier in DvhN ; Groen gas, elke gemeente een eigen gasfabriek , 18-2-2020).

Grootschalige opwek = > 15KW

GZI = gaszuiveringsinstallatie: installatie waar gas gezuiverd wordt van bijv. zwavel

ISDE = De investeringssubsidie duurzame energie is een tegemoetkoming bij de aankoop van zonneboilers en warmtepompen. Deze regeling is voor particulieren en zakelijke gebruikers. Met de ISDE stimuleert de Rijksoverheid Nederlandse huishoudens en bedrijven om minder gas te gebruiken en meer duurzame warmte. Hiermee besparen we energie en dringen we de CO2-uitstoot terug (https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/isde).

Kennisdosier gas = een dossier met informatie over groen- en aardgas.

Klimaatakkoord = Op 28 juni 2019 heeft het kabinet het Klimaatakkoord gepresenteerd en zijn we begonnen met de uitvoering. In het akkoord staan meer dan 600 afspraken om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan (https://www.klimaatakkoord.nl/klimaatakkoord).

Klimaatmonitor =De klimaatmonitor is een monitoringsportaal van het rijk, dat gegevens voor de monitoring van lokaal en regionaal klimaat- en energiebeleid presenteert. Met deze gegevens ontstaat per gemeente, regio en provincie inzicht in de CO2 uitstoor, het energiegebruik en hernieuwbare energie. De Klimaatmonitor bevat enkele duizenden indicatoren (https://klimaatmonitor.databank.nl/dashboard/dashboard/over-de-klimaatmonitor/).

Klimaatneutraal =is een term die wordt gebruikt om aan te geven dat een bepaald proces, installatie, bedrijf, woning of ander object geen (negatief) effect heeft op de klimaatverandering. Soms wordt ook CO2 neutraal gebruikt (https://www.technischwerken.nl/kennisbank/duurzaamheid/).

Klimaatadaptatie =Nu al blijkt dat de gevolgen van klimaatverandering eerder op ons afkomen en in hevigheid toenemen. Diverse programma’s werken aan onderzoek en maatregelen om Nederland klimaatbestendig te maken. Bij elke ruimtelijke ingreep is aandacht nodig om effecten van wateroverlast, overstromingen, hitte en droogte te beperken (https://www.nen.nl/Water-1/Klimaatadaptatie.htm)

Koude-warmteopslag (KWO), ook wel warmte-koude opslag (WKO) =Bodemenergie wordt gebruikt voor het verwarmen en koelen van gebouwen.
Onderdeel van een WKO installatie is een warmtewisselaar waarmee in de winter koud water in de koude bron geïnjecteerd wordt en ’s zomers het opgewarmde water in een warme bron.

Kilowattuur = kilowattuur (symbool kWh) is een eenheid van arbeid of, populair uitgedrukt, een hoeveelheid (elektrische) energie. Als men een machine met een vermogen van 1 kW één uur laat werken heeft men een energie van 1 kWh verbruikt (Wiki).

Kleinverbruiker = Een kleinverbruiker voor de Elektriciteitswet heeft een aansluiting van maximaal 3 x 80 Ampère. Dit is terug te zien op de energienota (https://www.consuwijzer.nl/elektriciteit-en-gas/netbeheerder-en-energiemarkt/kleinverbruikers-en-grootverbruikers).

Koolstofdioxide (CO2)= Een gas dat van nature in de atmosfeer aanwezig is. Door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals kolen, olie en gas is de hoeveelheid CO2 de laatste decennia sterk toegenomen. CO2 is een broeikasgas, het absorbeert warmte. Te veel CO2 is een probleem omdat het daardoor warmer wordt (https://WiseNederland.nl/artikel/wat-is-co2-koolstofdioxide/).

Leidraad = Het Rijk ondersteunt gemeenten met verschillende instrumenten, zodat zij goed onderbouwde Transitievisies Warmte en uitvoeringsplannen kunnen opstellen. De Leidraad is één van die instrumenten. Het instrument bestaat uit twee onderdelen: de Startanalyse, die is ontwikkeld door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), en de Handreiking voor lokale analyse van het Expertise Centrum Warmte (ECW) (https://www.ExpertiseCentrumWarmte.nl/leidraad/default.aspx)

Methaan = Na kooldioxide het belangrijkste broeikasgas dat bijdraagt aan de versterking van het broeikaseffect door de mens. Methaan komt al sinds jaar en dag in de atmosfeer voor, maar is sinds de 18e eeuw met ongeveer 150% toegenomen. De belangrijkste nieuwe bronnen zijn de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen, rijstbouw, afvalverwerking en veeteelt. Bij de vertering van voedsel in de pens van een koe komt methaan vrij. Hoe meer veeteelt hoe meer methaangas (https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/broeikasgas-methaan).

Micro-WKK of Hre-ketel = Werkt net als de alom bekende cv-ketel. Op het moment dat er een warmtevraag is, slaat de ketel aan. Bij een HRe-ketel wordt dan naast warmte gelijktijdig ook elektriciteit geproduceerd. Het toestel is ongeveer net zo groot als een koelkast en voorziet ook in warm tapwater. Een Micro-WKK kan verschillende bronnen hebben; waterstof, pellets of (duurzaam) gas.

Nationaal Programma Energiesysteem (NOVI) = Hierin reserveert het Rijk ruimte voor de nationale energiehoofdinfrastructuur.

Netbalancering = De productie van duurzame energie is afhankelijk van de beschikbaarheid van bijvoorbeeld wind en zon. Hierdoor ontstaan er pieken en dalen in het aanbod. Als het hard waait laadt bijv een auto sneller op, als het windstil is juist langzamer. De mogelijkheid om de vraag naar energie te sturen maakt elektrische voertuigen een ideaal middel om duurzame energie grootschalig in te zetten, zonder dat het problemen geeft voor het energienet (https://www.wur.nl/nl/nieuws/Opslag-van-duurzame-energie-in-elektrische-autos-zorgt-voor-netbalancering.htm).

.

NTA 8080-1 = norm (tweede uitgave, 2015) beschrijft de eisen voor duurzaam geproduceerde biomassa ten behoeve van toepassing in bio-energie (elektriciteit, verwarming, koeling en transportbrandstof) en biobased producten.

N-TRA = Opgericht door RENDO, houdt zich bezig met de transitie van fossiele naar duurzame energievoorzieningen (opgericht door RENDO) (https://www.rendo.nl/nieuws/rendo-richt-2-nieuwe-bedrijven-op-enavi-en-n-tra)

Omgevingsvisie = Rijk, provincies en gemeenten stellen ieder een omgevingsvisie op: een strategische visie voor de lange termijn voor de gehele fysieke leefomgeving. Deze visie heeft betrekking op alle terreinen van de leefomgeving. Een omgevingsvisie gaat in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed.

Omgevingsverordening =De omgevingsverordening bevat alle provinciale regels voor de fysieke leefomgeving. Per provincie is er één omgevingsverordening. Die vervangt bestaande verordeningen zoals de milieuverordening, de planologische verordening, de ontgrondingenverordening, de landschapsverordening en de grondwaterverordening (https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/regelgeving/instrumenten/omgevingsverordening/).

Omgevingsplan = Het omgevingsplan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die degemeente stelt binnen haar grondgebied. Per gemeente is er 1omgevingsplan.

Omgevingswet = Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2021 in werking (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet).

Rijk werkt aan Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Daarin komt samen:

  • duurzame en concurrerende economie
  • klimaatbestendige en klimaatneutrale samenleving
  • bereikbare woon- en leefomgeving
  • waardevolle woonomgeving

Omgevingsvergunning =De omgevingsvergunning is een geïntegreerde vergunning op het gebied van milieu, ruimte en bouw.

 ( https://vdocuments.mx/verplichte-vergunningen-voor-biogasproductie-installaties-bent-u-een-producent.html ).

Proeftuin Aardgasvrije Wijken =27 gemeenten doen nu al mee met de proeftuinen voor aardgasvrije wijken. Zij kregen hiervoor een bijdrage van de Rijksoverheid om bestaande woningen en gebouwen via een wijkgerichte aanpas aardgasvrij of aardgasvrij-ready te maken. Nu ook tweede ronde.

Regionale Adaptie Strategieen (RAS) =Alle overheden in NL maken in 2020 afspraken hoe met risico’s (klimaatbestendig) om te gaan. Afspraken in werkregio’s (waterschappen, provincie en gemeenten) in regionale adaptie strategieën. 

Regionale Energiestrategie (RES) = Alle overheden moeten krachten bundelen om van de energietransitie een succes te maken. Voor een beter afgestemde besluitvorming (van overheden onderling) op basis van een gedeelde ambitie is het noodzakelijk om te werken als één overheid in nauwe samenwerking met de maatschappij. Niet vanuit een taakstelling opgelegd door het Rijk, maar door te komen met een meerjarige programmatische nationale aanpak met landsdekkend integrale regionale energie strategieën (RES). De besluitvorming over deze strategieën vindt plaats via het Omgevingsbeleid van Rijk, provincies en gemeenten. Op deze manier behouden de decentrale overheden de eigen beleidsruimte.

(https://regionale-energiestrategie.nl/default.aspx )

Routekaart Groen Gas =Kamerbrief minister Wiebes (30-3-2020) waarin hij de inzet van het kabinet beschrijft om de ontwikkeling van CO2-vrije gassen, als alternatief voor aardgas, te stimuleren https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/03/30/kamerbrief-routekaart-groen-gas

R-waarde = geeft aan hoe goed het aangebrachte isolatiemateriaal isoleert. R staat voor ‘resistance,’ oftewel ‘ warmteweerstand.’  Hoe hoger de R-waarde hoe beter het isoleert

( warmerhuis.nl)

RWZI (Rioolwaterzuiveringsinstallatie) = zuivert het stedelijk afvalwater, dus het afvalwater van huishoudens, bedrijven en veelal ook het hemelwater van wegverhardingen dat via het riool wordt afgevoerd. De officiële en juridische benaming is rioolwaterzuiveringsinrichting, het is dus een inrichting die bestaat uit verschillende installaties (Wikipedia).

Rijksinpassingsplan = Een inpassingsplan is in Nederland in de wet ruimtelijke ordening (WRO) een bestemmingsplan van provincie of Rijk, waarmee de bestemming van een bepaald gebied juridisch kan worden vastgelegd. Deze mogelijkheid bestaat sinds de inwerkingtreding van de WRO op 1 juli 2008 (Wikipedia).

Rijksstructuurvisie Windenergie op Land =Taakstelling om in 2020 6000 MW windvermogen te realiseren. Voor Drenthe is het aandeel 285,5 MW. Rijk heeft 11 gebieden aangewezen die meest geschikt zijn voor windmolenparken. In deze gebieden waait het relatief vaak en hard. Bijv. in Drenthe: het Windpark de Drentse Monden en Oostermoer. Rijksoverheid coördineert de besluitvorming bij windprojecten groter dan 100 MW en is dus verantwoordelijk voor het inpassingsplan in Drenthe. Rijk coördineert de vergunningverlening.

Salderingsregeling= Salderen betekent dat de energieleverancier de terug geleverde energie mag aftrekken van het eigen gebruik.Zonnestroom die niet direct wordt gebruikt, wordt aan het netwerk afgestaan. Het opgebouwde ’tegoed’ kan later – belastingvrij- worden gebruikt. Dit salderen wordt in de plannen van Wiebes vanaf 2023 geleidelijk afgebouwd. over 10 jaar mag nog maar 28% van de ‘eigen’ stroom worden gesaldeerd. In 2031 is van salderen geen sprake meer. Wie dan stroom levert aan het net, krijgt alleen nog een bescheiden vergoeding van het energiebedrijf. Wat zijn de financiele gevolgen? Voor huiseigenaren loopt het rendement terug en zijn de panelen in max. 9 jaar  terugverdiend. Nu is dat 5 tot 7 jaar. Wie in de huidige kabinetsperiode panelen aanschaft, verdient die normaal gesproken nog binnen 7 jaar terug.

De salderingsregeling is echter niet specifiek ontworpen voor de huursector. Sociale verhuur heeft andere mogelijkheden om zonnepanelen op het dak lucratief te maken. Corporaties kunnen gebruikmaken van SDE+ voor duurzame energie.

NRC: Een huurder wil niet zoals een huiseigenaar, 7 jaar wachten voordat er een voordeel is. In 2019 7,3% sociale huurwoningen voorzien van panelen. Nu ligt alles stil. Alleen het directe gebruik van je eigen stroom levert straks nog iets op, de wasmachine draaien als de zon schijn. Het buitenspel zetten van huurders gaat in tegen de gedachte dat de energietransitie een zo breed mogelijk draagvlak moet hebben.  SDE+ vooral voor grote efficiënte projecten?  (NRC 11-5-2020. Zonnepalen straks te duur voor huurhuis)

SDE+ = Subsidie Stimulering Duurzame Energietransitie Deze subsidie is bedoeld voor bedrijven en (non-)profitinstellingen in sectoren als de industrie, mobiliteit, elektriciteit, landbouw en de gebouwde omgeving.  De rijkssubsidie vergoedt het prijsverschil tussen grijze en groene energie. De SDE++ is een verbreding van de voormalige Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+). Deze nieuwe regeling stimuleert naast duurzame energieproductie ook CO2-reductie. Zo wil de overheid ervoor zorgen dat de energietransitie in Nederland haalbaar en betaalbaar blijft. Momenteel wordt de SDE++ uitgewerkt (https://www.rvo.nl/subsidie-en-financieringswijzer/sde).

Smart grid = en slimme energiesystemen helpen de groeiende hoeveelheid duurzame energie in te passen in het energiesysteem. Het conventionele elektriciteitsnet is vraaggestuurd, nauwelijks opslagmogelijkheden en hiërarchisch opgebouwd. Duurzame energie vindt plaats onafhankelijk van de vraag. Door de vraag te sturen met een smart grid kan deze beter op momentane aanbod afgestemd. Met slimme meter ontstaat voor het elektriciteitsnet een communicatie- en stuurkanaal. Hierdoor is het mogelijk, het elektriciteitsverbruik uit te lezen en het verbruik te beïnvloeden, door bijv. het uitschakelen van het net achter de verbruiksmeter. Decentrale geproduceerde stroom is op de seconde precies uit te lezen. Daardoor ontstaat de mogelijkheid tot een tariefstelling voor de consument die gedurende de dag fluctueert en de groothandelsprijs volgt. Ook kunnen elektrische apparaten zo gebouwd dat ze kunnen reageren op stuursignalen.

Startanalyse (5 strategieën) = De Startanalyse is een van de twee onderdelen van de Leidraad. Het is een technisch-economische analyse op basis van landelijke data die door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)  gemaakt is in het model Vesta MAIS. Deze analyse biedt op buurtniveau voor vijf aardgasvrije warmtestrategieën een eerste beeld van de technisch-economische en duurzaamheidsgevolgen (zoals nationale kosten, energievraag, CO2-reductie). Het ECW actualiseert de Leidraad periodiek. De vernieuwde Leidraad komt uit rond de zomer van 2020 (https://www.expertisecentrumwarmte.nl/leidraad/startanalyse/default.aspx)

TEA = Thermische energie afvalwater. Bij zuiveren water komt warmte vrij.

TED = Thermische energie drinkwater. Opgepompt drinkwater constante temp van 11 graden. Mbv warmte wisselaar kan er energie aan onttrokken die met warmtepompen gebouwen kan verwarmen.

TEO = Thermische energie oppervlaktewater

Transitiebrandstof = Brandstof die gebruikt wordt als overgang naar duurzame energiebronnen.

Trias Energetica = In de eenvoudigste vorm ziet de Trias Energetica er zo uit:

  • Stap 1. Beperk de energievraag
  • Stap 2. Gebruik duurzame energie uit bijvoorbeeld reststromen of uit hernieuwbare bronnen
  • Stap 3. Indien gebruik van eindige (fossiele) energiebronnen onvermijdelijk is, gebruik ze dan zeer efficiënt en compenseer dit op jaarbasis met 100% hernieuwbare energie.

(https://www.rvo.nl/sites/default/files/Infoblad%20Trias%20Energetica%20en%20energieneutraal%20bouwen-juni%202013.pdf).

Vergassing = methode waarmee hernieuwbaar gas wordt geproduceerd. Vooral droge biomassastromen.

Vergisting = methode waarmee hernieuwbaar gas wordt geproduceerd. Door vergisting van vaak natte biomassa(rest)stromen ontstaat biogas.

Vergisting is duurzaam. Het plantaardig materiaal dat meevergist wordt, groeit snel (binnen een jaar) en neemt tijdens de groei evenveel CO2 op als dat er bij het verbranden van biogas vrij komt. Het vergisten van plantaardig materiaal is dus CO2neutraal (in vaktermen: er komt geen lang-cyclisch opgeslagen koolstof vrij) (https://www.bioenergieclusteroostnederland.nl/wp-content/uploads/2019/01/infoblad-vergisting.pdf).

Vollastuur = Windturbines en zonnepanelen leveren lang niet altijd de maximale hoeveelheid energie die ze kunnen leveren. De term vollastuur is bedacht om te kunnen bepalen hoeveel een windturbine of een zonnepaneel met een bepaald vermogen oplevert. De definitie van vollastuur is de jaaropbrengst gedeeld door het vermogen (https://www.hieropgewekt.nl/begrippenlijst/vollastuur). 

WKO = warmte-koude opslag

Zonneladder =Bij motie verzocht het Kamerlid Dik-Faber in 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 32 813, nr. 204) de minister om het kabinet om in samenspraak met decentrale overheden een zonneladder op te stellen voor de inpassing van zonne-energie, die als nationaal afwegingskader kan worden benut bij het opstellen van regionale energiestrategieën (RES-’en), zodat primair onbenutte daken en terreinen worden benut en landbouw en natuur zo veel mogelijk worden ontzien. Met een tweede motie is verzocht om deze zonneladder ook toe te passen op bij nieuwe vergunningsaanvragen voor zonneparken op natuur- en landbouwgronden in aanloop naar de totstandkoming van de RES.
Het kabinet heeft Bureau Bosch & Van Rijn onderzoek laten doen naar de ruimtelijke inpassing van zon-PV, en hoe beleid doorwerkt in de praktijk. Bijna alle provincies hebben ruimtelijke beleid en uit dat beleid volgt dat er weinig ruimtelijke beperkingen worden opgeworpen voor zon-PV op daken en onbenutte terreinen. Voor het plaatsen van zon-PV op landbouwgronden blijken meer ruimtelijke beperkingen te gelden. Zo kent bijvoorbeeld de Provincie Overijssel een zonneladder in haar ruimtelijk beleid die landbouwgronden als laatst te kiezen locatie aanwijst. Het huidig beleid van provincies is dus in veel gevallen in lijn met de geest van de motie. In het onderzoek wordt de conclusie getrokken dat het vigerende provinciale beleid de landbouwgronden en natuurgebieden weliswaar goed beschermt, maar dat zonder aanvullend stimuleringsbeleid voor zon op dak gaat dit aandeel echter niet sneller zal groeien (https://www.ibr.nl/publiekrecht/omgevingsrecht-milieurecht-natuurbeschermingsrecht-waterrecht-ruimtelijk-bestuursrecht/een-voorkeursvolgorde-voor-zonne-energie-eerst-verplicht-het-dak-gebruiken/).

Meer energietransitie jargon vind u op de website van de Nederlandse Vereniging duurzame energie.